Blootsvoets
- Carolina Tini
- 10 mei 2020
- 1 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 12 jul 2020

“Ik loop graag op blote voeten”, zei ze, terwijl ze hun vastberaden uitkleedde,
te midden van het pad,
tussen de stille berken, kwetterende beekjes, giechelende margrietjes en snoezige boterbloempjes, die haar in geen geval zouden verraden of aanklagen voor bepaalde geuren.
“De aarde voelen kleven onder de blote huid van je voeten, de koelte van de grassprieten die je oppept, kietelt en soms ook zachtjes streelt.”
Ze liep op een nietsvermoedend takje en bracht een tweeklank voort.
“Dat hoort erbij. Dat is de natuur, ze is niet altijd even lief, maar dat is vaak meer dan wederzijds.”
Ik twijfel, maar doe het dan toch.
Even later bengelen mijn vochtige sokken en onmodieuze stappers aan mijn vingertoppen.
Voor een negenendertig minuten voel ik me ongelofelijk opgelucht. Ik ben terug zes jaar en loop in de achtertuin van mijn ouders, blootsvoets.
We stoppen onderweg bij een boom.
De enige boom waarvan de bladeren wijnrood kleuren als je dichterbij gaat staan.
We kijken even en zetten telkens een stap dichterbij om kleurschakeringen waar te nemen.
We zwijgen bewonderend en geven haar complimentjes.
Onze lichamen vleien zich langs haar neer,
om haar eenzaamheid en schoonheid gezelschap te houden.
We strekken onze armen en benen, als engeltjes zonder sneeuw.
Droge sprieten prikken in ons bloot mensenvel en kevertjes kruipen langs de contouren van onze lichamen, alsof ze onze silhouetten op de grond proberen te tekenen.
Wolken lijken golven om op te surfen.
Ik heb nog nooit zo hard gras geapprecieerd als vandaag.
Comments