Weg van wat was
- Carolina Tini
- 19 jul 2020
- 1 minuten om te lezen

Terwijl de zon bloemen deed verwelken,
tuinen en huiden deed verkleuren
en glazen deed glinsteren,
overviel mij
het gevoel van verlatenheid,
terwijl ik alles behalve eenzaam ben.
Omringd door tijd, ruimtes, muren en voorwerpen
die vervlogen zijn
die verhalen vertellen van vroeger
wat nu niet meer is,
maar die wel nog blijven sluimeren,
telkens je ze weer ontdekt.
Die een soort heimwee of verlangen opwekken
dat vaak verborgen zit
of geroofd wordt door het voorbij tikken van momenten
die je nooit volledig kunt
grijpen en beleven
tegelijkertijd,
want dan behoort het moment
al tot wat was
en niet meer is.
Die momenten bewaar je dan,
sla je zorgvuldig op
ergens achteraan
nog wat verder
links
rechts
nog verder door.
Tot je de weg kwijt bent.
“Ik voel me schuldig
dat ik mijn ouders niet vaker heb kunnen zien,” zei hij.
Mijn keel pitste de zichtbare emotie
toe, die zich een weg naar buiten wilde banen.
“Ik ben zo blij dat je hier bent.
Wij zien elkaar niet meer zoveel als vroeger.
Niet zoveel als ik zou willen”, zei hij
en terwijl de zon buiten scheen, leek het binnen te regenen.
Armen sloten zich rondom mijn lichaam.
Stevig en geborgen, zoals die van een vader
horen te zijn.
Hij toonde me opnieuw
de weg
die we samen bewandelden
tussen muren en ruimtes die
verhalen fluisterden,
wat nu niet meer is,
maar wel even terug kan zijn.
コメント